“Hoe speel ik nu eigenlijk boos?”

31 maart 2014

Deze vraag krijg ik vaak te horen als ik met spelers of cursisten aan de slag ga. Op zich is boos spelen niet zo moeilijk, geloofwaardigheid daar zit hem de kneep.

Boosheid is een emotie waarvan men liever niet heeft dat wij ze tonen in ons dagelijks leven. Hierdoor zijn we het contact kwijt geraakt met deze emotie. Als je hieraan gaat werken dan zal je tegen blokkades aan gaan lopen; dat is niet erg. Herken het, accepteer het en ga door.

Woede of boosheid is een emotie die kan optreden bij iemand die gedwarsboomd of tegengewerkt wordt, als diens “territorium” betreden wordt, of als zijn of haar grenzen overschreden worden. Woede kan zich uiten in woorden (schelden, schreeuwen) of in daden in de vorm van fysiek geweld (slaan, schoppen, handtastelijkheden of zelfs het gebruik van wapens).

Waar het in het kort op neer komt is dat er een conflict ontstaat. De term conflict wordt in de klassieke dramaturgie gebruikt om een strijd tussen twee of meer drijfveren tussen personages (horizontaal conflict) of in één personage weer te geven (verticaal conflict). Om de verschillen daarin aan te geven is sprake van een horizontaal en een verticaal conflict.

Het begrip conflict is voor de klassieke dramaturgie noodzakelijk om een toneelvoorstelling vorm te geven. In de opbouw van het stuk, in de motieven van de personages is het steeds de motor of de katalysator van de gedragingen van die personages.

Het is dus van belang om te weten wat het conflict is. Waarom wordt jouw personage boos? Wat is zijn drijfveer om boos te worden? Wat wordt er gevraagd, gezegd of gedaan waarom jouw personage boos wordt? Als je deze vragen kunt beantwoorden zijn de eerste stappen gemaakt.

Als speler heb je te maken met de drie eenheid, te weten; het lichaam, de emotie en de gedachten.

Het lichaam: Ga onderzoeken wat jouw lichaam doet als het boosheid ervaart. Wat doen de spieren? Waar zit de ademhaling (hoog; in de borstkast of laag; in de buik?)? Wat is het tempo van de ademhaling? Wat doet jouw gezicht? Jouw mond (denk hierbij aan je kaken en het speeksel in de mond)? Voel de fysieke spanning. Vind je het lastig om deze te voelen? Vraag dan iemand om tegenover jou te gaan staan en zijn/ haar handen tegen jouw schouders te houden waardoor diegene jou kan tegenhouden. Je kunt ook vragen om iemand achter jou te laten staan en je terug te trekken zodat je niet vooruit komt. Zie het filmpje voor de verdere uitleg. Als je weet hoe jouw lichaam reageert kun je dit inzetten in het spel.

De emotie: Boosheid is een emotie. Hier gaat het om de vragen; Wat voel je? Welke emoties voel je nog meer naast boosheid (hierdoor krijg je gelaagdheid in het spel)? Om welke woorden word je boos? Wat doet jouw tegenspeler wat jou boos maakt? Let hierop want daar zit de kern van jouw woede!

De gedachten: Denk boos. Dit mag je in jezelf houden en niemand hoeft te weten wat je denkt. Dit biedt veel mogelijkheden want je kunt dan de meest heftige dingen bedenken. Wat denk je van de ander? Wat denk je van de situatie? Wat zou je de ander aan willen doen? Wat zou je écht willen zeggen of schreeuwen? Doordat je jouw gedachten weet ziet het publiek wat je doorstaat en de strijd in jezelf. Dit maakt het spel erg interessant om naar te kijken.

Voeg deze drie zaken samen en probeer het dan nog eens! Ik durf te wedden dat je dan een flinke vooruitgang zult zien in hoe boos je kunt spelen.

De laatste en zeker ook een belangrijke tip; laat je eens  flink gaan!

Heb je vragen of wil je een filmpje toesturen (via www.wetransfer.com) zodat ik je verder kan helpen dan kun je dit mailen naar: wout@hethof.info